Breinvriendelijk werken: een interview met Elke Geraerts - Better Minds at School

Het zijn turbulente tijden. Dat merken we ook bij jeugdambtenaren. Blijven doorgaan om voor kinderen en jongeren je beste beentje voor te zetten in en na coronatijden, de vele rollen die je combineert, extra werkdruk door een groeiend takenpakket of besparingen, collega’s die niet vervangen worden… De uitdagingen zijn niet mis. Wij gingen praten met Elke Geraerts.

Als doctor in de psychologie en CEO van Better Minds at Work helpt ze mensen en organisaties hun mentaal kapitaal te activeren. Voor dat baanbrekend werk werd ze genomineerd als onderneemster van het jaar. “Het zijn volatiele tijden, maar het goede nieuws is dat je zelf heel wat impact hebt op je mentale veerkracht.” Hoe kan je zelf je werk breinvriendelijker inrichten? En wat kan je als leidinggevende/werkgever doen om de mentale veerkracht van medewerkers te versterken?

Wat maakt weken vandaag zo uitdagend (voor ons brein)? 

Elke: “Ons brein is overprikkeld en verzadigd met informatie, ook wel infobesitas genoemd. Daarnaast leidt ons brein aan FOMO (Fear Of Missing Out): het wil constant van alles op de hoogte zijn. Dat zorgt ervoor dat we zelden nog toekomen aan het diepe werk, aan focus, aan de prioriteiten, aan wat er echt toe doet. En dat we vaak bezig zijn met oppervlakkige dingen die minder cognitieve inspanning vragen omdat dat nu eenmaal makkelijker is. Daardoor gaat onze productiviteit omlaag, komt er meer werkdruk, meer stress, en minder mentale veerkracht.”

Wat zijn de bepalende factoren voor welbevinden in een job? 

Elke: “Dat je activiteiten kan doen die je energie geven. Als je in deze sector werkt, doe je dat vaak vanuit een hoger doel, een gelofte om in jeugd te investeren. Het is zaak om voldoende activiteiten te creëren die bijdragen aan je purpose, want dat geeft je energie”

Hoe creëer je in de hectiek en de waan van de dag witruimte/tijd om na te denken? 

Elke: “Tijd blokkeren. Ik noem dat afwezige tijd. Tijd waarin je deconnecteert, waarin je kan nadenken, naar buiten kan staren naar de wolken. Creativiteit ontstaan net op dat soort momenten en het is belangrijk dat organisaties die tijd ook toelaten.”

Welke rol heb je als leidinggevende/werkgever te spelen om medewerkers te laten floreren in hun job? 

Elke: “Je kan op heel wat manieren bijdragen, ik denk aan: 

  • Duidelijkheid in functieomschrijving en takenpakket: zodat medewerkers weten wat er van hen verwacht wordt
  • Ook feedback krijgen en geven en medewerkers waarderen en erkennen voor wat ze doen
  • Autonomie stimuleren: focus op wat medewerkers realiseren, geef ze vrijheid in wat en hoe
  • Een optimale balans tussen uitdaging en routine aanbieden; een job moet voldoende uitdagend zijn, want dan heb je grotere kans om in de flow te geraken. Maar een aantal routinetaken op automatische piloot zorgen voor evenwicht.
  • Leerkansen, kansen om te groeien zijn voor veel mensen een energiegever

En last but nog least: psychologische veiligheid. Dat is de voorwaarde bij uitstek om alle andere genoemde factoren impact te laten hebben. Een sfeer waarin je interpersoonlijke risico’s mag nemen, waar je fouten mag maken, waar je je kwetsbaar mag opstellen, waar je een andere mening mag hebben, waar falen wordt gezien als deel van leren. Pas dan kan je succesvol zijn.”

Breinvriendelijk beleid: hoe begin je daaraan als stad/gemeente voor je ambtenaren?

Elke: “In de eerste plaats sensibiliseren rond het brein. Het is zo’n belangrijk orgaan, maar toch weten we heel weinig over hoe het functioneert. Laat je informeren en kijk op basis daarvan hoe je het brein centraal kan zetten in de activiteiten die mensen doen, zodat er goed energie- en aandachtsmanagement is, de productiviteit goed zit en daardoor de werkdruk naar benenden kan. Maar dat er ook voldoende tijd is om te recupereren.”

Wat is de eerste kleine stap die je als jeugdambtenaar zelf kan nemen om je mentale veerkracht te versterken/trainen? 

Elke: “Veel bewuster worden van de signalen van stress. We hebben een energiebatterij die gaat van de groene tot de rode zone (zie afbeeldingen). Vaak blijven mensen, maar doorgaan op automatische piloot en negeren ze zeer veel signalen van hun lichaam en hun hoofd. Door veel bewuster te worden van wat er gebeurt in je hoofd en in je lijf ga je zelf bewuster kunnen stappen zetten om weer energiegevers op te zoeken om zo naar die groene zone te gaan”

“Als je ergens staat te wachten, grijp niet naar je smartphone, maar kijk om je heen en observeer wat je brein denkt. Die momenten stimuleren je creativiteit en helpen je brein om te recupereren van alle prikkels”

Hoe ga je om met toenemende druk in takenlast en flexibiliteit? 

Elke: “Door aan je veerkracht te werken. Dan ga je merken dat je flexibeler wordt en om kan met die druk. Een van de eerste stappen om grenzen te stellen, is je prioriteiten kunnen onderscheiden van de waan van de dag. En op momenten van focus in je werkdag daarvoor te gaan. When you are hunting elephants, don’t get distracted chasing rabbits. De olifant staat voor de prioriteit van de dag. Die vergt veel cognitieve inspanning, die moet je najagen, daar moet je geconcentreerd aan kunnen werken. De konijnen staan voor de waan van de dag: e-mails, telefoontjes, collega’s die iets komen vragen… Waar start jij jouw dag mee? Ik hoor het je al denken: met de konijnen. Je opent je mailbox en daar springen de konijnen uit het konijnenhok. Je e-mails vragen je aandacht en je denkt: ik zal alvast beginnen met die konijnen en dan heb ik dat toch al gedaan en de collega’s al op weg gezet. Nadat je een hele tijd spendeerde aan je mailbox, kijk je naar de olifant en besluit je die in de namiddag aan te pakken. Maar in de namiddag zijn er nieuwe konijnen die je aandacht vragen, en de volgende dag weer. Gevolg: de olifant blijft op je to-dolijst staan. En dat creëert stress. En nog iets veel belangrijkers: je bent veel te intelligent om alleen maar op konijnen te jagen. Je hebt die olifant zo nu en dan nodig om je energiek te voelen, om je bevlogen te voelen in je job. Ik daag je uit om morgen je dag anders te beginnen. Niet naar gewoonte je konijnenhok te openen, maar starten met het maken van een lijst met maximum drie olifanten en begin geconcentreerd, zonder afleiding, te werken aan één van de olifanten, als is het maar een half uur. Vat met een fris brein aan het begin van de dag een olifant aan. Het zal je een voldaan gevoel geven en zorgt ervoor dat je de konijnen veel sneller kan najagen.”

Als jeugdambtenaar combineer je vaak heel wat rollen en taken. Je werkt samen met diensthoofd en collega’s, er is je schepen en politieke verwachtingen, je ondersteunt de jeugdraad en/of de vrijwilligers van het speelplein, je organiseert participatieacties om kinderen te betrekken bij het beleid, je blijft bij over de leefwereld van kinderen en jongeren en voedt collega’s en andere diensten hiermee bij het beleid dat ze uitwerken, je ondersteunt en bouwt netwerken uit met verenigingen… Hoe hou je het haalbaar? 

Elke: “Dat zijn heel veel rollen. Ik zou nagaan: wat zijn de prioriteiten, wat vergt veel aandacht en wat kan ik al meer op routine doen? Plan op basis van je aandachtspieken en-dalen in de dag je activiteiten in. Ikzelf ben een ochtendmens en ik zal er een aantal dagen in de week voor zorgen dat ik de taken die focus vergen inplan op de focusmomenten in de ochtend. Dat lukt me ook niet elke werkdag, maar ik probeer dat toch 2-3 dagen per week na te streven.”

Wat zijn de grootste voordelen van hybride werken? 

Elke: “Hybride werken laat toe om veel meer op individueel niveau je manier van werken in te vullen, rekening houdend met je brein. Kan je thuis beter focussen, plan dan je activiteiten waar je focus voor nodig hebt als je thuis werkt. We moeten veel meer de ambitie hebben om activiteitengebaseerd te gaan werken: wat zijn mijn taken en welke werkplek leent zich daar het beste voor mij?”

Wat wil je zelf zeker meegeven? 

Elke “Het zijn uitdagende tijden. De nasleep van de pandemie, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de inflatie… die polycrisis hakt fel in op het welbevinden van mensen. Wat was, is er niet meer. En waar we naartoe willen is er ook nog niet. Antropologen noemen die tussentijd ook wel criminaliteit. Die laat zich kenmerken door chaos. Eén van de reacties daarop is dat mensen passief geraken, in de weerstand geraken en daardoor te weinig het heft in eigen handen nemen. Terwijl ik in deze liminale fase net een fantastische kans zie om een lans te breken voor breinvriendelijker werken en leven. Ga na wat je energie geeft en neem eigenaarschap en verantwoordelijkheid om het verschil voor jezelf te maken”

 

 

 

X
X